De zilverschat

De zilverschat van het St.Anthoniusgilde
 
Het lijkt wel de titel van een spannend jongensboek; de zilverschat van het Antoniusgilde. Het is wel spannend, maar geen jongensboek. Dit stukje gaat over de 98 zilveren koningsschilden, 6 keizersschilden en de meer dan 50 zilveren herinnerings- en prijzenmedailles die het gilde bezit. De schilden en medailles zijn stuk voor stuk prachtig om te zien en hebben ingegraveerde teksten die de moeite van het lezen zeker waard zijn. Maar tot de pronkstukken van de zilverschat behoort de koningsvogel; de papegaai.
 
                                                    
 
De papegaai hangt aan het eeuwenoude patroonsjuweel waarop de beeltenis van St.Anthonius staat. Boven dit patroonsjuweel hangt het medaillon uit 1720, waarop Jezus tussen Maria en Magdalena is uitgebeeld. De naam die in dit medaillon is gegraveerd is die van Hendrick van de Wijel, de eerste koning van het gilde en zijn koningsschild is het oudste in de verzameling van het gilde.
 
                                                     
 
                                                                           2008
                                   De eerste vrouwelijke koning van ons gilde; Nelly Claassen,
      zij draagt het kroontje, de twee medaillons met daaraan de koningsvogel en haar eigen koningsschild.
 
                                                    
 
Het kroontje wordt gedragen door de koningin. Dat wil zeggen, de partner van de ‘regerende’ koning of de vrouwelijke koning. (In het huishoudelijk reglement is niet voorzien hoe er gehandeld moet worden als er een vrouwelijke koning komt die een vrouwelijke partner heeft).
 
De herkomst van het kroontje is niet bekend. Het lijkt gemaakt van een zilverlegering, maar er staat geen zilvermerk, meester- of jaarteken in. De draagbeugel van het kroontje is er in 1988 aangezet.  In 1983 werd Jan van Gaal gildekoning en hij stelde aan de toenmalige hoofdman van het gilde Toon Vos voor, dat zijn vrouw Jo als koningin een kroontje zou dragen en ook dat er 4 hofdames zouden worden ‘benoemd’ in passende kleding.  De hoofdman voelde  daar niets voor, dus kwam er geen kroontje voor Jo van Gaal. Maar het toeval hielp een handje want in 1987 werd Jan van Gaal voor de tweede keer koning van het gilde. Opnieuw deed hij het voorstel om zijn vrouw te ‘kronen’ en ook nu moest hij praten als Brugman om zijn zin te krijgen, maar hij hield voet bij stuk. De hofdames kregen een cape, een tuiltje voor een klein boeketje bloemen en een tasje met een zilveren beugel. Jo en Jan van Gaal hebben het kroontje en de zilveren tassenbeugel uit eigen zak betaald. Dat was een bedrag van zo’n Fl.1000.- , omgerekend
€ 453. Het merkwaardige feit deed zich voor dat een jaar later het door van Gaal gekochte kroontje is verdwenen en tot op de dag van vandaag niet meer teruggevonden. Voor de volledigheid: het kroontje heeft een doorsnee van 21 cm en meet op de hoogste punten 5 cm. De beugel heeft ook een doorsnee van 21 cm en twee kleine  zilvermerkjes.
 
 
                                      
 
                                                            Geert Derks, zilverdrager
 
De schilden worden gedragen in optochten en bij officiële gelegenheden. Dat gebeurt door de zilverdragers. Aan de voor- en achterkant van hun vest, zijn de schilden gespeld.
De schilden en medailles zijn allemaal eigendom van het gilde. Gildeleden kunnen de schilden en medailles natuurlijk winnen of verdienen, bijvoorbeeld door prijzen te winnen bij het schieten op gildedagen. De koning laat zelf zijn schild maken en van een beeltenis en tekst voorzien. Hij betaalt dat grotendeels uit eigen zak. Een gedeelte wordt vergoed door het gilde.Volgens oud gildegebruik biedt de koning op de laatste dag van zijn koningschap, dat is bij het koningsschieten op de zomerteerdag, zijn schild aan de hoofdman aan. De schilden en medailles worden altijd weer aan de vereniging geschonken. En zoals dat hoort, kent een zilverschat zijn eigen- bewogen- geschiedenis. Zo blijkt uit het archief dat er zelfs schilden zijn verkocht. Op 7 augustus 1905 werden 14 schilden [twee keizers- en 12 koningsschilden] verkocht in Grave voor 12 gulden. Waarom weten we niet, maar het is niet onmogelijk dat de verkoop nodig was omdat het gilde in geldnood zat. Jarenlang is er niks meer vernomen over de schilden. Maar in 1974 kreeg de toenmalige burgemeester van Beers, J. van den Braak, een telefoontje dat deze schilden te koop werden aangeboden op een veiling in Amsterdam. Dat kon het gemeentebestuur natuurlijk niet laten gebeuren. Het bestuur heeft ze teruggekocht voor het bedrag van 2262 gulden en aan het gilde in bruikleen gegeven. Later zijn de schilden aan het gilde geschonken. Van deze niet alleen in waarde, maar vooral in cultuurhistorisch opzicht, kostbare verzameling is onder meer bekend dat die tijdens de oorlog is begraven in de tuin van een van de bestuursleden. Je moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn met de verzameling als de Beerse bevolking was geëvacueerd en de militairen, Duitsers of geallieerden, de huizen hadden bezet. Een geliefd tijdverdrijf van de soldaten was immers om de tuinen om te spitten op zoek naar kostbare voorwerpen die de bewoners er hadden begraven. Dat is niet gebeurd, gelukkig. We hebben dus nog een volledige verzameling van de kostbare zilverschat. Het is formeel de taak van de dekenschatbewaarder om het zilver te onderhouden. Maar dit wordt al jaren lang met veel liefde en plezier gedaan door Jan en Jo van Gaal. Jan weet waarover hij het heeft: hij is oud-vaandrig en tweemaal koning van het gilde geweest. Bij Jan is de zilverschat dan ook in goede handen!